Iedereen kent de vraag: ‘en wat doe je van werk?’ – antwoorden als administratief bediende, bakker, of boekhouder zijn dan replieken die mensen zoeken; ze kunnen zich er iets concreet bij voorstellen. Gaan we wat verder in ons alfabet van beroepen, dan komen we bij de c van copywriter. Dat is een antwoord waar mensen minder genoegen mee nemen; daar kunnen ze zich moeilijk een beeld bij vormen, en dan volgt -toch vanuit mijn omgeving- de vraag: ‘copy-watte?!’ – en dan is het de kunst om kort en krachtig uit te leggen wat ik precies doe.
Net zoals elke bakker en boekhouder anders zijn, is elke copywriter dat ook – enfin; dat is toch de bedoeling. Ik hou de analogie met de bakker even vol; afhankelijk van de manier waarop de ingrediënten (informatie) verwerkt worden, krijg je een brood (tekst) dat bij elke bakker (copywriter) net iets anders smaakt (leest). Iedere bakker gebruikt zijn eigen recept, en gaat aan de slag met ingrediënten die toch niet helemaal hetzelfde zijn als die van de concurrent uit het volgende dorp.
Misschien dat het één en ander duidelijk wordt als ik toelicht hoe een dag in het leven van een copywriter eruitziet. Waar het vaktechnisch wordt, of waar ik geen informatie over mag delen (de ingrediënten waar ik mee werk zijn vaak vertrouwelijk), grijp ik terug naar mijn bakkersanalogie.
Mijn dag begint, afhankelijk van de natuurlijke wekker van anderhalf jaar, ergens tussen héél vroeg (als de uren nog net op één hand te tellen zijn) en vroeg. Na wat quality time (en koffie) lees ik aandachtig feedback over de broden die ik gebakken heb. Wat vinden mijn klanten van mijn broden? Ik leer het meeste uit de dingen die ze minder smaakten; op die manier kan ik mijn recept bijsturen.
Daar ga ik mee aan de slag – in tegenstelling tot een bakker kan ik nog aanpassingen doen nadat de klant weg is met zijn brood, zelfs nadat het op de eettafel in hapklare boterhammen versneden klaarligt als het moet. Liefst ervoor, want de kans is groot dat er dan al iemand geproefd heeft, en luid verkondigt dat het brood op niks trekt.
Vervolgens zoek ik mijn ideale klant op – ik weet hoe die eruitziet, maar mijn ideale klanten moeten me eerst vinden. Dat is normaal, want voor een beginnende zaak gaat een klant niet het halve land doorkruisen om een brood te kopen – of wel?
Eén van mijn klanten beantwoordt precies aan mijn omschrijving van ideale klant. Dat werd al heel snel duidelijk tijdens de kennismaking; ik vertelde wat meer over de manier waarop ik broden bak, hij deelde zijn ingrediënten, en ik gaf hem een lijst met variëteiten die ik hem op basis daarvan kon voorschotelen; spelt, meergranen, waldkorn,… – precies waar hij naar op zoek was. Al snel bleek dat er nog wat meer ingrediënten en variëteiten mogelijk waren, doordat we samen de doelgroep bekeken.
Op basis van die ingrediënten en doelgroep begin ik aan een deeg, dat ik kneed en verdeel – anders is het zo’n brok dat het ’s anderendaags op straat ligt, omdat niemand eraan durfde beginnen. Zonde van het werk. Liever pistolets, croissants en sandwiches – behapbare concepten met afgelijnde ingrediënten en verwachtingen.
Ik heb ook ingetekend voor LunchClub – professionele Tinder. Op basis van gedeelde interesses en achtergrond krijg je een match voorgeschoteld, waarmee je een gesprek kan aangaan over… eender wat. Datum prikken, elkaar virtueel ontmoeten en praten. Ik ontmoette iemand die hetzelfde doet als ik, maar al veel verder staat in haar verhaal. Aandachtig luister ik naar tips over broodbakken, maar ook over het runnen van de bakkerij, de vele zijprojecten en persoonlijke interesses. Open en eerlijk – geen ‘mijn brood is het beste brood van de hele wereld’, wel over muizen in de keuken (en hoe ze te voorkomen).
Daarna volgt één van de minder gekende kanten van broodbakken; een stevige opleiding productkennis. Aangezien ik met veel verschillende ingrediënten werk, is het belangrijk dat ik goed weet waarmee ik werk – in de nabije toekomst wacht me een vuurdoop; ik moet voor een vakblad interviews afnemen, maar dan is het natuurlijk wel essentieel dat ik weet waar ik over spreek… Op korte tijd bijleren kan alleen maar door een expert onder de arm te nemen.
Net voor ik de dag afsluit, krijg ik nog een vraag van een concullega – één van haar klanten vraagt een meergranenbrood, iets waar ze zelf niet in thuis is. Ze heeft horen waaien dat ik daar dan weer wel goed in ben. Klopt, maar dan hangt het er toch nog altijd van af of mijn meergranenbrood in de smaak valt bij de klant – op basis van de korte ingrediëntenlijst waar zij over beschikt, lijkt het me wel goed om verder af te stemmen. Conference call – check!
Hopelijk is aan de hand van de analogie duidelijk geworden wat ik ongeveer doe – of misschien bakte ik er niets van? In een notendop: ik schrijf, schrap en stileer teksten die de doelgroep overtuigen van de meerwaarde van wat mijn klant aanbiedt. Hoe ik precies te werk ga, bewaar ik voor een volgende keer. De natuurlijke wekker laat immers weten dat het tijd is voor ontbijt… Op naar de bakker!
Duidelijk uitgelegd, ik weet jouw broodje wel te smaken 🙂